Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1303/2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij
Artikel 49 Functies van het toezichtcomité
Geldend
Geldend vanaf 02-08-2018
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 02-08-2018.
- Bronpublicatie:
18-07-2018, PbEU 2018, L 193 (uitgifte: 30-07-2018, regelingnummer: 2018/1046)
- Inwerkingtreding
02-08-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-07-2018, PbEU 2018, L 193 (uitgifte: 30-07-2018, regelingnummer: 2018/1046)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het toezichtcomité vergadert ten minste een keer per jaar en evalueert de uitvoering van het programma en de vooruitgang die geboekt is met de verwezenlijking van de doelstellingen ervan. Daarbij kijkt het naar de financiële gegevens, de gemeenschappelijke en programmaspecifieke indicatoren, met inbegrip van veranderingen in de waarde van de resultaatindicatoren en de vooruitgang ten opzichte van de gekwantificeerde streefwaarden, de in het in artikel 21, lid 1, bedoelde prestatiekader vastgestelde mijlpalen, en in voorkomend geval het resultaat van kwantitatieve analyses.
2.
Het toezichtcomité doet onderzoek naar alle vraagstukken die van invloed zijn op de prestaties van het programma, met inbegrip van de conclusies van de evaluatie van de prestaties.
3.
Het toezichtcomité wordt geraadpleegd en brengt, indien het dit geschikt acht, advies uit over door de managementautoriteit voorgestelde wijzigingen van het programma.
4.
Het toezichtcomité kan ten behoeve van de managementautoriteit opmerkingen maken over de uitvoering en evaluatie van het programma, met inbegrip van maatregelen om de administratieve last voor de begunstigden te verminderen. Het kan ook opmerkingen maken over de zichtbaarheid van de steun uit de ESI-fondsen en over het vergroten van de bekendheid van de resultaten van die steun. Het houdt toezicht op de maatregelen die naar aanleiding van zijn opmerkingen worden genomen.