Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1303/2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij
Artikel 50 Verslagen over de uitvoering
Geldend
Geldend vanaf 21-12-2013
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2016, L 200).
- Bronpublicatie:
17-12-2013, PbEU 2013, L 347 (uitgifte: 20-12-2013, regelingnummer: 1303/2013)
- Inwerkingtreding
21-12-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2013, PbEU 2013, L 347 (uitgifte: 20-12-2013, regelingnummer: 1303/2013)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Van 2016 tot en met 2023 dient elke lidstaat bij de Commissie een jaarverslag in over de uitvoering van het programma in het voorafgaande begrotingsjaar. Elke lidstaat dient bij de Commissie voor het EFRO, het ESF en het Cohesiefonds een eindverslag over de uitvoering van het programma in en voor het ELFPO en het EFMZV een jaarverslag over de uitvoering, vóór de in de fondsspecifieke voorschriften bepaalde tijdslimiet.
2.
In de jaarverslagen over de uitvoering wordt essentiële informatie gegeven over de uitvoering van het programma en de prioriteiten ervan, onder verwijzing naar de financiële gegevens, de gemeenschappelijke en programmaspecifieke indicatoren en gekwantificeerde streefwaarden, in voorkomend geval met inbegrip van veranderingen in de waarden van de resultaatindicatoren, en, te beginnen met het in 2017 te presenteren jaarverslag over de uitvoering, de in het prestatiekader vastgestelde mijlpalen. De vermelde waarden van de indicatoren moeten betrekking hebben op volledig uitgevoerde concrete acties en ook, indien mogelijk, recht doen aan de stand van uitvoering van geselecteerde concrete acties. In de jaarverslagen wordt ook een synthese opgenomen van de bevindingen van alle evaluaties van het programma die in het afgelopen financiële jaar beschikbaar zijn geworden, alsook vraagstukken die van invloed zijn op de prestaties van het programma en de genomen maatregelen. In het in 2016 in te dienen jaarverslag over de uitvoering, kunnen in voorkomend geval maatregelen worden beschreven die genomen zijn om aan ex-antevoorwaarden te voldoen.
3.
Als afwijking van lid 2 kunnen in de ESF-verordening specifieke regels worden vastgesteld voor de gegevens die moeten worden verstrekt voor het ESF.
4.
Het jaarverslag over de uitvoering dat in 2017 moet worden ingediend, omvat een uiteenzetting en beoordeling van de in lid 2 bedoelde informatie en van de vooruitgang gemaakt bij de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma, met inbegrip van de bijdrage van de ESI-fondsen tot veranderingen in de waarde van de resultaatindicatoren, wanneer bewijzen uit relevante evaluaties beschikbaar zijn. Dat jaarverslag over de uitvoering omvat tevens een beschrijving van de maatregelen die genomen zijn om aan de ex-antevoorwaarden te voldoen waaraan nog niet was voldaan op het moment van de vaststelling van de programma's. In het verslag wordt tevens de uitvoering van de acties in het licht van de in de artikelen 7 en 8 beschreven beginselen beoordeeld, alsook de rol van de partners als bedoeld in artikel 5 bij de uitvoering van het programma, en verslag gedaan van de steun die gebruikt is voor doelstellingen op het gebied van klimaatverandering.
5.
Het jaarverslag over de uitvoering dat moet worden ingediend in 2019 en het eindverslag over de uitvoering voor de ESI-fondsen omvatten naast de in de leden 2 en 4 bedoelde informatie en beoordeling, ook informatie over en een beoordeling van de vooruitgang bij de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma en de mate waarin het programma heeft bijgedragen tot de verwezenlijking van de strategie van de Unie voor slimme, duurzame en inclusieve groei.
6.
Teneinde ontvankelijk te worden geacht, bevatten de in de leden 1 tot en met 5 bedoelde jaarverslagen over de uitvoering alle in die leden en in de fondsspecifieke voorschriften voorgeschreven informatie.
Als de Commissie een jaarverslag over de uitvoering ontvangt dat niet ontvankelijk is, deelt zij dit binnen 15 werkdagen na de datum van ontvangst aan de lidstaat mee; zo niet, dan wordt het verslag ontvankelijk geacht.
7.
De Commissie onderzoekt het jaarverslag en eindverslag over de uitvoering en deelt de lidstaat binnen twee maanden na de datum van ontvangst, of in het geval van het eindverslag over de uitvoering binnen vijf maanden na de datum van ontvangst, haar opmerkingen mee. Als de Commissie geen opmerkingen maakt binnen die termijnen, worden de verslagen geacht te zijn aanvaard.
8.
De Commissie kan ten behoeve van de managementautoriteit opmerkingen maken betreffende vraagstukken die in aanzienlijke mate van invloed zijn op de uitvoering van het programma. Als dergelijke opmerkingen worden gemaakt, verstrekt de managementautoriteit alle nodige informatie in verband met die opmerkingen, en stelt de managementautoriteit de Commissie binnen drie maanden in kennis van de in voorkomend geval getroffen maatregelen.
9.
De jaarverslagen en eindverslagen over de uitvoering, alsmede een publiekssamenvatting van de inhoud hiervan, worden voor het publiek beschikbaar gemaakt.