Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1303/2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij
Artikel 39 bis Bijdragen van ESI-fondsen aan financieringsinstrumenten welke die bijdrage combineren met financiële producten van de EIB in het kader van het Europees Fonds voor strategische investeringen
Geldend
Geldend vanaf 02-08-2018
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2018.
- Bronpublicatie:
18-07-2018, PbEU 2018, L 193 (uitgifte: 30-07-2018, regelingnummer: 2018/1046)
- Inwerkingtreding
02-08-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-07-2018, PbEU 2018, L 193 (uitgifte: 30-07-2018, regelingnummer: 2018/1046)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Om aanvullende investeringen van de particuliere sector aan te trekken mogen de managementautoriteiten de ESI-fondsen gebruiken om een bijdrage te leveren aan de financieringsinstrumenten als bedoeld in artikel 38, lid 1, onder c), mits dat onder meer bijdraagt tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de ESI-fondsen en de strategie van de Unie voor slimme, duurzame en inclusieve groei.
2.
De in lid 1 bedoelde bijdrage mag in geen geval meer bedragen dan 25 % van de totale steun die aan de eindontvangers wordt verleend. In de minder ontwikkelde regio's en overgangsregio's als bedoeld in artikel 120, lid 3, eerste alinea, onder b), mag de financiële bijdrage in gevallen waarin dat blijkens de beoordeling als bedoeld in artikel 37, lid 2, of in lid 3 van dit artikel gerechtvaardigd is, hoger liggen dan 25 %, doch niet meer bedragen dan 40 %. De totale steun als bedoeld in dit lid omvat het totale bedrag van de aan eindontvangers verstrekte nieuwe leningen, gegarandeerde leningen en investeringen in eigen vermogen en in quasi-eigenvermogen. Met de in dit lid bedoelde gegarandeerde leningen wordt alleen rekening gehouden in de mate waarin de middelen uit de ESI-fondsen zijn vastgelegd voor garantiecontracten die zijn berekend op basis van een prudente ex-antebeoordeling van een meervoudig bedrag van nieuwe leningen.
3.
Als afwijking van artikel 37, lid 2, mogen de bijdragen overeenkomstig lid 1 van dit artikel worden gebaseerd op de voorbereidende beoordeling, met inbegrip van zorgvuldig onderzoek, die de EIB heeft uitgevoerd met het oog op haar bijdrage aan het financiële product in het kader van het EFSI.
4.
De verslaglegging door managementautoriteiten op grond van artikel 46 van deze verordening over verrichtingen die financieringsinstrumenten omvatten overeenkomstig dit artikel, gebeurt op basis van de informatie die door de EIB met het oog op haar verslaglegging overeenkomstig artikel 16, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2015/1017 wordt bijgehouden, aangevuld met de op grond van artikel 46, lid 2, van deze verordening vereiste aanvullende informatie. De in dit lid bepaalde vereisten laten ruimte voor eenvormige verslagleggingsvoorwaarden overeenkomstig artikel 46, lid 3, van deze verordening.
5.
De managementautoriteit kan in het kader van haar bijdrage aan financieringsinstrumenten als bedoeld in artikel 38, lid 1, onder c), het volgende doen:
- a)
het kapitaal investeren in een bestaande of een met het oog op de uitvoering van investeringen in eindontvangers nieuw opgerichte juridische entiteit overeenkomstig de doelstellingen van het ESI-fonds dat de uitvoeringstaken zal uitvoeren;
- b)
uitvoeringstaken toevertrouwen overeenkomstig artikel 38, lid 4, eerste alinea, onder b) en c).
De instantie waaraan de in de eerste alinea, onder b), van dit lid bedoelde uitvoeringstaken zijn toevertrouwd, opent in eigen naam en namens de managementautoriteit een fiduciaire rekening of creëert binnen de instelling voor de programmabijdrage een afzonderlijk financieel geheel. In het geval van een afzonderlijk financieel geheel wordt er in de boekhouding een onderscheid gemaakt tussen in het financieringsinstrument geïnvesteerde programmamiddelen en de overige in de instelling beschikbare middelen. De activa op fiduciaire rekeningen en de afzonderlijke financiële gehelen worden beheerd volgens het beginsel van goed financieel beheer, met inachtneming van passende prudentiële voorschriften, en hebben een passende liquiditeit.
Voor de toepassing van dit artikel kan een financieringsinstrument ook de vorm aannemen of overeenkomstig artikel 2, lid 4, van Verordening (EU) 2015/1017 deel uitmaken van een investeringsplatform dat is opgericht als een special purpose vehicle of een beheerde rekening.
6.
Bij de uitvoering van financieringsinstrumenten overeenkomstig artikel 38, lid 1, onder c), van deze verordening zien de instanties bedoeld in lid 5 van dit artikel erop toe dat het toepasselijke recht en de in artikel 155, leden 2 en 3 van het Financieel Reglement bepaalde vereisten worden nageleefd.
7.
Uiterlijk op 3 november 2018 stelt de Commissie overeenkomstig artikel 149 gedelegeerde handelingen vast ter aanvulling van deze verordening met bijkomende specifieke voorschriften inzake de rol, de aansprakelijkheid en de verantwoordelijkheid van de instanties die financieringsinstrumenten uitvoeren, de bijbehorende selectiecriteria en de producten die via financieringsinstrumenten kunnen worden geleverd overeenkomstig artikel 38, lid 1, onder c).
8.
Wanneer de in lid 5 van dit artikel bedoelde instanties fondsen van fondsen uitvoeren, mogen zij een deel van de uitvoering op hun beurt toevertrouwen aan financiële intermediairs, op voorwaarde dat dergelijke instanties onder hun verantwoordelijkheid waarborgen dat die financiële intermediairs voldoen aan de criteria van artikel 33, lid 1, en artikel 209, lid 2, van het Financieel Reglement. Financiële intermediairs worden geselecteerd volgens openbare, transparante, evenredige en niet-discriminerende procedures, waarbij belangenconflicten worden vermeden.
9.
Indien managementautoriteiten voor het uitvoeren van financieringsinstrumenten als bedoeld in artikel 38, lid 1, onder c), programmamiddelen van ESI-fondsen bijdragen aan een bestaand instrument waarvan de fondsbeheerder reeds is geselecteerd door de EIB, een internationale financiële instelling waarvan een lidstaat aandeelhouder is, of een bank of instelling in handen van de overheid die is opgericht als juridische entiteit en op professionele basis financiële activiteiten uitvoert en aan de voorwaarden van artikel 38, lid 4, eerste alinea, onder b), punt iii), voldoet, vertrouwen zij de uitvoeringstaken door middel van een onderhandse overeenkomst toe aan die fondsbeheerder.
10.
Als afwijking van artikel 41, leden 1 en 2, worden aanvragen om tussentijdse betalingen voor bijdragen aan financieringsinstrumenten op grond van lid 9 van dit artikel gefaseerd overeenkomstig het in de financieringsovereenkomst vastgestelde betalingsschema. Het in de eerste zin van dit lid bedoelde betalingsschema stemt overeen met het voor andere investeerders in hetzelfde financieringsinstrument overeengekomen betalingsschema.
11.
De voorwaarden voor bijdragen op grond van artikel 38, lid 1, onder c), worden in financieringsovereenkomsten overeenkomstig bijlage IV vastgesteld op de volgende niveaus:
- a)
in voorkomend geval tussen de naar behoren gemachtigde vertegenwoordigers van de managementautoriteit en de instantie die het fonds van fondsen uitvoert;
- b)
tussen de naar behoren gemachtigde vertegenwoordigers van de managementautoriteit of, in voorkomend geval, tussen de instantie die het fonds van fondsen uitvoert, en de instantie die het financieringsinstrument uitvoert.
12.
Voor bijdragen overeenkomstig lid 1 van dit artikel aan investeringsplatforms die bijdragen ontvangen uit op het niveau van de Unie ingestelde instrumenten wordt de inachtneming van de regels inzake staatssteun gewaarborgd overeenkomstig artikel 209, lid 2, eerste alinea, onder c), van het Financieel Reglement.
13.
Indien de financieringsinstrumenten als bedoeld in artikel 38, lid 1, onder c), opgezet zijn als garantie-instrument, kunnen de lidstaten beslissen dat de ESI-fondsen in voorkomend geval bijdragen aan verschillende tranches van leningportefeuilles die ook worden gedekt door de EU-garantie overeenkomstig Verordening (EU) 2015/1017.
14.
Voor het EFRO, het ESF, het Cohesiefonds en het EFMZV mag binnen een programma een afzonderlijke prioriteit worden vastgesteld, en voor het Elfpo een afzonderlijke soort concrete actie, met een medefinancieringspercentage tot 100 %, ter ondersteuning van concrete acties die worden uitgevoerd door middel van financieringsinstrumenten als bedoeld in artikel 38, lid 1, onder c).
15.
Niettegenstaande artikel 70 en artikel 93, lid 1, kunnen bijdragen overeenkomstig lid 1 van dit artikel worden gebruikt voor nieuwe financiering met eigen of vreemd vermogen op het volledige grondgebied van de lidstaat, ongeacht de categorie waartoe de regio behoort, tenzij in de financieringsovereenkomst anders is bepaald.
16.
Uiterlijk op 31 december 2019 evalueert de Commissie de tenuitvoerlegging van dit artikel en dient zij in voorkomend geval een wetgevingsvoorstel in bij het Europees Parlement en de Raad.