Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1303/2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij
Artikel 120 Bepaling van de medefinancieringspercentages
Geldend
Geldend vanaf 26-10-2022
- Bronpublicatie:
19-10-2022, PbEU 2022, L 275 (uitgifte: 25-10-2022, regelingnummer: 2022/2039)
- Inwerkingtreding
26-10-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-10-2022, PbEU 2022, L 275 (uitgifte: 25-10-2022, regelingnummer: 2022/2039)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
In het besluit van de Commissie tot vaststelling van een operationeel programma worden het medefinancieringspercentage en het maximumbedrag van de steun uit de Fondsen voor elke prioriteitsas bepaald. Wanneer een prioriteitsas betrekking heeft op verscheidene regiocategorieën of verscheidene Fondsen wordt in het besluit van de Commissie zo nodig het medefinancieringspercentage per categorie regio en Fonds vastgesteld.
2.
Voor elke prioriteitsas wordt in het besluit van de Commissie vermeld of het medefinancieringspercentage voor de prioriteitsas van toepassing is op:
- a)
het totaal van de subsidiabele publieke en private uitgaven; of
- b)
de publieke subsidiabele uitgaven.
3.
Het medefinancieringspercentage van elke prioriteitsas en, waar relevant, per regiocategorie en Fonds, van operationele programma's voor de doelstelling ‘investeren in groei en werkgelegenheid’ bedraagt niet meer dan:
- a)
85 % voor het Cohesiefonds;
- b)
85 % voor de minder ontwikkelde regio's van de lidstaten waarvan het bbp per inwoner voor de periode 2007–2009 minder dan 85 % van het gemiddelde van de EU-27 voor dezelfde periode bedroeg en voor de ultraperifere gebieden, inclusief de aanvullende toewijzing voor de ultraperifere gebieden overeenkomstig artikel 92, lid 1, onder e), en artikel 4, lid 2, van de ETS-verordening;
- c)
80 % voor de minder ontwikkelde regio's van de andere lidstaten dan bedoeld onder b) en voor alle regio's waarvan het bbp per inwoner gebruikt als een subsidiabiliteitscriterium voor de programmeringsperiode 2007–2013 minder dan 75 % van het gemiddelde van de EU-25 bedroeg, maar waarvan het bbp per inwoner meer dan 75 % van het gemiddelde bbp van de EU-27 bedraagt, alsmede voor regio's als gedefinieerd in artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 die overgangssteun ontvangen voor de programmeringsperiode 2007–2013;
- d)
60 % voor de andere dan de onder c) bedoelde overgangsregio's;
- e)
50 % voor de andere dan de onder c) bedoelde meer ontwikkelde regio's.
Voor de periode van 1 januari 2014 tot de afsluiting van het operationele programma is het medefinancieringspercentage voor elke prioritaire as van alle operationele programma's in Cyprus niet hoger dan 85 %.
De Commissie voert een evaluatie uit om te beoordelen of het behoud van de in de tweede alinea bedoelde medefinancieringspercentage na 30 juni 2017 verantwoord is en zij dient indien nodig een wetgevingsvoorstel in vóór 30 juni 2016.
Het medefinancieringspercentage van elke prioriteitsas van operationele programma's voor de doelstelling ‘Europese territoriale samenwerking’ bedraagt niet meer dan 85 %.
Het in punten b) tot en met e) van de eerste alinea bedoelde maximale medefinancieringspercentage wordt verhoogd voor elke prioriteitsas die het YEI uitvoert en wanneer een prioriteitsas is gewijd aan sociale innovatie of transnationale samenwerking of een combinatie van beide. Die verhoging wordt bepaald overeenkomstig de specifieke voorschriften voor het ESF.
4.
Het medefinancieringspercentage van de aanvullende toewijzing overeenkomstig artikel 92, lid 1, onder e), bedraagt niet meer dan 50 % voor de regio's van NUTS-niveau 2 die aan de criteria in artikel 2 van Protocol nr. 6 bij de Toetredingsakte van 1994.
5.
Het in lid 3 bedoelde maximale medefinancieringspercentage van elke prioriteitsas wordt met tien procentpunten verhoogd als een gehele prioriteitsas wordt uitgevoerd door middel van financieringsinstrumenten of door middel van vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling.
6.
De bijdrage uit de Fondsen mag voor elke prioriteitsas niet lager zijn dan 20 % van de subsidiabele publieke uitgaven.
7.
Binnen een operationeel programma kan een afzonderlijke prioriteitsas met een medefinancieringspercentage tot 100 % worden vastgesteld om concrete acties te ondersteunen die worden uitgevoerd door middel van op het niveau van de Unie ingestelde financieringsinstrumenten onder direct of indirect beheer van de Commissie. Wanneer een afzonderlijke prioriteitsas voor dit doel wordt vastgesteld, mag de steun in het kader van deze as niet op een andere wijze ten uitvoer worden gelegd.
8.
Binnen een operationeel programma kan een afzonderlijke prioritaire as met een medefinancieringspercentage tot 95 % worden vastgesteld om concrete acties te ondersteunen die aan alle volgende voorwaarden voldoen:
- a)
de concrete acties zijn door managementautoriteiten gekozen als reactie op grote of regionale natuurrampen als gedefinieerd in artikel 2, lid 2, en artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad(1);
- b)
de concrete acties zijn bedoeld voor de wederopbouw na de natuurramp, en
- c)
de concrete acties worden ondersteund in het kader van een investeringsprioriteit van het EFRO.
Het voor de in de eerste alinea genoemde acties toegewezen bedrag is niet meer dan 5 % van de totale EFRO- toewijzing in een lidstaat voor de programmeringsperiode 2014-2020.
In afwijking van artikel 65, lid 9, zijn uitgaven voor concrete acties in het kader van deze prioriteitsas subsidiabel vanaf de datum waarop de natuurramp zich heeft voorgedaan.
Indien de uitgaven in verband met de concrete acties als bedoeld in de eerste alinea zijn vermeld in een betalingsaanvraag die bij de Commissie is ingediend alvorens de afzonderlijke prioriteitsas is vastgesteld, brengt de lidstaat de noodzakelijke aanpassingen aan in de daaropvolgende betalingsaanvraag en, zo nodig, in de daaropvolgende rekeningen die na de vaststelling van de wijziging van het programma worden ingediend.
9.
Binnen een operationeel programma kan een afzonderlijke prioritaire as ter bevordering van de sociaaleconomische integratie van onderdanen van derde landen worden vastgesteld met een medefinancieringspercentage tot 100 %. Een dergelijke prioritaire as mag volledig worden gewijd aan concrete acties om migratieproblemen als gevolg van de militaire agressie van de Russische Federatie aan te pakken, met inbegrip van de in artikel 98, lid 4, derde alinea, bedoelde specifieke prioritaire as.
Voetnoten
Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (PB L 311 van 14.11.2002, blz. 3).