Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/349
349 Art. 128 lid 3 Rv
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691696:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Reeds onder de oude wetgeving (A-G W.D.H. Asser in zijn conclusie vóór HR 22 oktober 1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC1104, NJ 1994/374 met nt. H.E. Ras). In hoger beroep is dit niet te helen omdat de appelprocedure in zoverre als een voortzetting van de eerste aanleg wordt beschouwd.
Zo is een beroep op verjaring een verweer dat betrekking heeft op de rechtsbetrekking tussen partijen zelf en dus geen exceptief verweer (bijv. Hof ’s-Hertogenbosch 17 juli 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:3026).
HR 9 juli 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM3979, NJ 2010/403 (Engineering/EDS).
Het voeren van principaal beroep kan dan pas in appel geschieden, tenzij sprake is van een gedekt verweer (art. 348 Rv): indien uit de proceshouding in eerste aanleg ondubbelzinnig blijkt dat het verweer is prijsgegeven (o.a. HR 6 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1108, NJ 2019/109 met nt. F.M.J. Verstijlen (Rabobank/Zeevarenden)). Een verweer geldt niet reeds als gedekt omdat het onverenigbaar is met de proceshouding in eerste aanleg; de herstelfunctie van hoge beroep staat voorop (HR 19 januari 1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC1964, NJ 1996/709 met nt. H.J. Snijders (Royal Nederland/Campina)).
HR 18 december 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0803, NJ 1993/152. De eisen die worden gesteld aan een eis in reconventie kunnen niet van overeenkomstige toepassing zijn ingeval van een bevrijdend verweer. Een eis in reconventie moet bij de conclusie van antwoord worden gedaan (art. 137 Rv).
Een exceptief verweer moet in het eerste processtuk van verweerder worden opgeworpen, wil het niet tardief zijn (art. 128 lid 3 Rv).1 Slaagt een exceptief verweer dan komt de rechter niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van het geschil en wordt eiser niet ontvankelijk verklaard.2 Bij niet-ontvankelijkheid kan de vordering niet slagen om een processuele reden die buiten het materiële geschil ligt.
Principaal verweer betreft een verweer dat vraagt om een inhoudelijke beoordeling van de rechtsbetrekking.3 Principale verweren dienen in beginsel direct bij conclusie van antwoord te worden aangevoerd (art. 128 lid 3 Rv); nieuwe principale verweren mogen slechts worden aangevoerd na de conclusie van antwoord, indien enig principaal verweer in de conclusie van antwoord is gevoerd, tenzij daarmee in strijd met een goede procesorde wordt gehandeld.4 Verweerder wordt het recht ontzegd alsnog een principaal verweer te voeren indien hij (in het geheel) geen principaal verweer bij zijn conclusie van antwoord had gevoerd.5 Een bevrijdend verweer betreft een inhoudelijke beoordeling van de rechtsbetrekking. Dat betekent dat verweerder bij conclusie van antwoord een grondslagverweer kan voeren en nog tijdens de mondelinge behandeling een bevrijdend verweer te berde kan brengen. Bij de vraag of deze gang van zaken al of niet geoorloofd is, zal de goede procesorde leidend zijn.6