NJ 2019/109:Scheepsvoorrecht voor vorderingen ontstaan uit zee-arbeidsovereenkomst (art. 8:211 aanhef en onder b, BW en BW Curaçao); concordantiebeginsel; vorderingen tot schadevergoeding wegens niet-nakomen door werkgever van verplichting tot zorg dragen voor (pre)pensioenopbouw; twaalf maandentermijn?; toerekening van de vorderingen per schip. Hoger beroep; gedekt verweer?

NJ 2019/109

Scheepsvoorrecht voor vorderingen ontstaan uit zee-arbeidsovereenkomst (art. 8:211 aanhef en onder b, BW en BW Curaçao); concordantiebeginsel; vorderingen tot schadevergoeding wegens niet-nakomen door werkgever van verplichting tot zorg dragen voor (pre)pensioenopbouw; twaalf maandentermijn?; toerekening van de vorderingen per schip. Hoger beroep; gedekt verweer?

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.

Essentie

Scheepsvoorrecht voor vorderingen ontstaan uit zee-arbeidsovereenkomst (art. 8:211 aanhef en onder b, BW en BW Curaçao); concordantiebeginsel; vorderingen tot schadevergoeding wegens niet-nakomen door werkgever van verplichting tot zorg dragen voor (pre)pensioenopbouw; twaalf maandentermijn?; toerekening van de vorderingen per schip. Hoger beroep; gedekt verweer?

Samenvatting

Art. 8:211 aanhef en onder b BW verbindt een voorrecht aan vorderingen ontstaan uit een zee-arbeidsovereenkomst, welk voorrecht op grond van art. 8:204 BW voorrang heeft boven vorderingen die door hypotheek zijn gedekt. Deze bepalingen zijn gelijkluidend aan de — in deze zaak toepasselijke — art. 8:204 en 8:211, aanhef ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.