NJ 1994, 374
Concentratie van verweer / exceptie en verweer ten principale (141 Rv) / verjaring ex art. 1 wet verjaring geldvorderingen
HR 22-10-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC1104, m.nt. H.E. Ras (Staat/G.)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 oktober 1993
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Davids, Korthals Altes, Swens-Donner, Asser
- Zaaknummer
15033
- Noot
H.E. Ras
- LJN
ZC1104
- Roepnaam
Staat/G.
- JCDI
JCDI:ADS62994:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Insolventierecht / Faillissement
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC1104, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑10‑1993
- Wetingang
Rv (oud) art. 141 lid 2; Fw art. 25 lid 1
Essentie
Concentratie van verweer. Exceptie en verweer ten principale (art. 141 Rv). Verjaring ex art. 1 wet 31 okt. 1924, Stb. 482
Samenvatting
De in art. 141 lid 2 genoemde excepties moeten worden beperkt tot die verweermiddelen die ertoe strekken dat de rechter, aan wie het geschil is voorgelegd, op grond van regels van processuele aard niet tot een beoordeling van de rechtsbetrekking in geschil zelf kan komen.
Het verweer van de Staat dat de onderhavige vordering door de curator had moeten worden ingesteld, stelt de vraag aan de orde of de vordering tot de failliete boedel behoorde. Die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.