Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/500
Contractenrecht. Uitleg overeenkomst. Voorlopig bewijsoordeel.
HR 03-04-2020, ECLI:NL:HR:2020:598
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 april 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/04673
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:598, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1270, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑12‑2019
Essentie
Contractenrecht. Uitleg overeenkomst. Voorlopig bewijsoordeel.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 18/04673
Datum 3 april 2020
ARREST
In de zaak van
VDL ENABLING TECHNOLOGIES GROUP EINDHOVEN B.V., gevestigd te Eindhoven,
EISERES tot cassatie, verweerster in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
hierna: VDL,
advocaat: B.I. Kraaipoel,
tegen
[verweerder], handelende onder de naam BIQE, wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie, eiser in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
hierna: [verweerder],
advocaat: H.J.W. Alt.
Conclusie
Conclusie A-G mr. G.R.B. van Peursem:
Deze zaak gaat over de uitleg van een overeenkomst van opdracht. [verweerder] was aanvankelijk werknemer van een aan VDL gelieerd bedrijf. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.