Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië, en Noord-Ierland (lid-Staten der Europese Gemeenschappen) en het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek, betreffende de toetreding van het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek tot de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
Protocol Nr. 4
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1986
- Bronpublicatie:
12-06-1985, Trb. 1985, 135 (uitgifte: 11-12-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1986
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-02-1986, Trb. 1986, 33 (uitgifte: 01-01-1986, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Mechanisme houdende aanvulling van de tegenprestaties in het kader van door de Gemeenschap met derde landen gesloten visserijovereenkomsten
- 1.
Er wordt een specifieke regeling ingesteld voor het verrichten van activiteiten ter aanvulling van visserijactiviteiten door vaartuigen die de vlag van een Lid-Staat van de Gemeenschap voeren in de wateren die onder de soevereiniteit of de jurisdictie van een derde land vallen in het kader van de bij visserijovereenkomsten tussen de Gemeenschap en de betrokken derde landen ingestelde tegenprestaties.
- 2.
De activiteiten die beschouwd kunnen worden als aanvulling op visserijactiviteiten onder de voorwaarden en binnen de grenzen nader aangegeven in de leden 3 en 4 hebben betrekking op:
- —
de behandeling op het grondgebied van het betrokken derde land van de vangsten die door schepen die de vlag van een Lid-Staat van de Gemeenschap voeren zijn gedaan in de wateren van dit derde land uit hoofde van de visserijactiviteiten die voortvloeien uit de uitvoering van een visserijovereenkomst, ten einde deze produkten op de markt van de Gemeenschap te brengen onder de tariefposten van hoofdstuk 03 van het gemeenschappelijk douanetarief;
- —
de aanvoer, de overlading aan boord van een vaartuig dat de vlag van een Lid-Staat van de Gemeenschap voert en die plaatsvindt in het kader van door een dergelijke overeenkomst voorziene activiteiten, van visserijprodukten van hoofdstuk 03 van het gemeenschappelijk douanetarief, met het oog op het vervoer en de eventuele bewerking van deze produkten ten einde deze op de markt van de Gemeenschap te brengen.
- 3.
Het invoeren in de Gemeenschap van produkten die het voorwerp zijn geweest van de in lid 2 bedoelde activiteiten, vindt plaats met gedeeltelijke of gehele schorsing van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief of onder een bijzondere heffingsregeling, onder de voorwaarden en binnen de aanvullende grenzen die jaarlijks worden vastgesteld in het kader van de omvang van de vangstmogelijkheden die voortvloeien uit de betrokken overeenkomsten en de daarbij behorende uitvoeringsbepalingen.
- 4.
De Raad stelt, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, vóór 1 maart 1986 de algemene voorschriften voor de toepassing van deze regeling en inzonderheid de criteria voor de verdeling van de betrokken hoeveelheden vast.
De aanpassingen van deze regeling die in het licht van de opgedane ervaring nodig zouden kunnen blijken, worden volgens dezelfde procedure vastgesteld.
De wijze van toepassing van deze regeling alsmede de betrokken hoeveelheden worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 33 van Verordening (EEG) nr. 3796/81.