Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië, en Noord-Ierland (lid-Staten der Europese Gemeenschappen) en het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek, betreffende de toetreding van het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek tot de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
Protocol Nr. 10
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1986
- Bronpublicatie:
12-06-1985, Trb. 1985, 135 (uitgifte: 11-12-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1986
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-02-1986, Trb. 1986, 33 (uitgifte: 01-01-1986, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
betreffende de herstructurering van de Spaanse ijzer- en staalindustrie
- 1.
De herstructureringsplannen van de Spaanse ijzer- en staalondernemingen moeten ertoe leiden dat de produktiecapaciteit van de Spaanse ijzer- en staalindustrie voor wat betreft warmgewalste EGKS-produkten aan het einde van de in artikel 52 bedoelde periode niet meer bedraagt dan 18 miljoen ton; zij moeten verenigbaar zijn met de vóór de datum van toetreding aangenomen laatste ‘Algemene doelstellingen staal’.
- 2.
Onmiddellijk bij de toetreding onderzoeken de Commissie en de Spaanse Regering gezamenlijk de mate waarin de reeds door de Spaanse Regering goedgekeurde en officieel op 24 juli en 1 augustus 1984 aan de Commissie toegezonden plannen zijn uitgevoerd, alsmede de levensvatbaarheid van de ijzer- en staalondernemingen waarop deze plannen betrekking hebben.
- 3.
Ingeval de levensvatbaarheid van deze ondernemingen aan het einde van een periode van ten hoogste drie jaar na de toetreding niet op bevredigende wijze zou zijn gewaarborgd, zal de Commissie, na het advies van de Spaanse Regering te hebben ingewonnen, aan het einde van het eerste jaar na de toetreding voorstellen deze plannen aan te vullen om te bereiken dat deze ondernemingen aan het slot van de looptijd van die plannen wel levensvatbaar zijn.
- 4.
De Commissie en de Spaanse Regering zullen onmiddellijk bij de toetreding eveneens een onderzoek instellen naar de levensvatbaarheid van de ondernemingen waarvoor de in punt 2 bedoelde plannen niet voorzien in de uitkering van enigerlei steun na de toetreding. Ingeval de levensvatbaarheid van die ondernemingen niet op bevredigende wijze zou zijn gegarandeerd aan het einde van een periode van ten hoogste drie jaar na de toetreding, zal de Commissie, na het advies van de Spaanse Regering te hebben ingewonnen, aan het einde van het eerste jaar na de toetreding voorstellen voor herstructureringsmaatregelen doen om te bereiken dat deze ondernemingen uiterlijk aan het einde van bovengenoemde periode van drie jaar wel levensvatbaar zijn.
- 5.
Eventuele steun voor de Spaanse ijzer- en staalindustrie in het kader van de aanvullende plannen als bedoeld in punt 3 of van de maatregelen als bedoeld in punt 4, zullen tevoren en uiterlijk aan het einde van het eerste jaar na de toetreding door de Spaanse Regering aan de Commissie worden meegedeeld. De Spaanse Regering legt haar projecten alleen met toestemming van de Commissie ten uitvoer.
De Commissie zal deze projecten beoordelen aan de hand van criteria en volgens de procedures die zijn omschreven in de bijlage bij dit protocol.
- 6.
Gedurende de in artikel 52 van de Toetredingsakte bedoelde periode moeten de Spaanse leveranties van ijzer- en staalprodukten EGKS op de rest van de communautaire markt aan de volgende voorwaarden voldoen:
- a)
de omvang van de Spaanse leveranties in de rest van de Gemeenschap gedurende het eerste jaar volgende op de toetreding zal door de Commissie, met instemming van de Spaanse Regering en na overleg met de Raad, worden vastgesteld tijdens het jaar dat aan de toetreding voorafgaat. Indien op de datum van toetreding op dit punt geen overeenstemming is bereikt, zal de omvang van de leveranties uiterlijk twee maanden na de toetreding door de Commissie, met instemming van de Raad, worden vastgesteld.
Aangezien deze leveranties evenwel moeten worden vrijgemaakt zodra de overgangsregeling is verstreken, kan de omvang van deze leveranties, met het oog op een harmonische overgang, vóór het einde van genoemde regeling worden vergroot, waarbij het peil van het eerste jaar wordt beschouwd als een benedengrens.
Elke verhoging vindt plaats aan de hand van:
- —
de mate waarin de Spaanse herstructureringsplannen voortgang vinden, rekening houdend met wezenlijke elementen betreffende het herstel van de levensvatbaarheid van de ondernemingen en de noodzakelijke maatregelen om deze levensvatbaarheid te bereiken, en
- —
maatregelen in de ijzer- en staalindustrie die na de toetreding in de Gemeenschap eventueel van kracht zijn, zodat Spanje niet minder gunstig wordt behandeld dan derde landen;
- b)
de Spaanse Regering verbindt zich ertoe om onmiddellijk bij de toetreding onder haar eigen verantwoordelijkheid en in overleg met de Commissie een stelsel in te voeren voor de controle op de leveranties op de rest van de communautaire markt, zodat de stipte naleving van de kwantitatieve verbintenissen die zijn overeengekomen of vastgesteld uit hoofde van het bepaalde onder a), wordt gegarandeerd.
Dit stelsel moet verenigbaar zijn met andere marktregulerende maatregelen die eventueel worden genomen tijdens de drie jaar volgende op de datum van toetreding en mag de mogelijkheid om de overeengekomen hoeveelheden te leveren niet in gevaar brengen.
De Commissie stelt de Raad op gezette tijden in kennis van de betrouwbaarheid en de doelmatigheid van dit stelsel. Mocht het stelsel ongeschikt blijken te zijn dan treft de Commissie, met instemming van de Raad, passende maatregelen.
Bijlage Procedures en criteria voor de beoordeling van de steun
- 1.
Alle specifieke of niet-specifieke steun ten behoeve van de ijzer- en staalindustrie, door de Spaanse Staat of uit staatsmiddelen gefinancierd in welke vorm dan ook, kan alleen verenigbaar worden geacht met de goede werking van de gemeenschappelijke markt indien daarbij de in punt 2 aangegeven algemene regels in acht worden genomen en aan de bepalingen van de punten 3 tot en met 6 wordt voldaan. Deze steun wordt alleen ten uitvoer gelegd in overeenstemming met de in deze bijlage aangegeven procedures.
Het begrip steun omvat eveneens de steun die door lagere territoriale overheden wordt verleend, alsook de steunelementen die eventueel zijn vervat in de financieringsmaatregelen van de Spaanse Staat ten aanzien van de rechtstreeks of zijdelings door haar gecontroleerde ijzer- en staalondernemingen die niet in aanmerking komen voor het ter beschikking stellen van risicodragend kapitaal volgens de in een markteconomie normale vennootschapsgebruiken.
- 2.
Steun die verleend wordt aan de Spaanse ijzer- en staalindustrie, kan verenigbaar worden geacht met de goede werking van de gemeenschappelijke markt op voorwaarde:
- —
dat de begunstigde onderneming of groep van ondernemingen een samenhangend en nauwkeurig omlijnd herstructureringsprogramma uitvoert dat de verschillende herstructureringselementen (modernisering, vermindering van capaciteiten en, in voorkomend geval, financiële herstructurering) omvat en geëigend is haar concurrentievermogen weer op peil te brengen en haar zoveel financiële levensvatbaarheid te geven dat zij onder normale marktomstandigheden uiterlijk bij het verstrijken van de overgangsregeling zonder steun kan functioneren;
- —
dat dit herstructureringsprogramma leidt tot een vermindering van de totale produktiecapaciteit van de begunstigde onderneming of groep van ondernemingen en de capaciteit niet verhoogt voor de verschillende categorieën produkten waarvoor de markt geen groei vertoont;
- —
dat het bedrag en de intensiteit van de aan ijzer- en staalondernemingen verleende steun geleidelijk worden verminderd;
- —
dat door de betrokken steun geen distorsies van de mededinging worden veroorzaakt en de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad;
- —
dat de betrokken steun uiterlijk 15 maanden na de toetreding wordt goedgekeurd en geen aanleiding geeft tot uitkeringen na het verstrijken van de overgangsregeling, met uitzondering van rentesubsidies of betalingen uit hoofde van garanties voor leningen welke vóór die datum hebben plaatsgevonden.
- 3.
Steun ten behoeve van investeringen in de ijzer- en staalindustrie kan verenigbaar worden geacht met de goede werking van de gemeenschappelijke markt op voorwaarde:
- —
dat het betrokken investeringsprogramma vooraf aan de Commissie is gemeld, indien zulks overeenkomstig Beschikking nr. 3302/81/EGKS van de Commissie van 18 november 1981 houdende voorschriften met betrekking tot de door de ondernemingen van de staalindustrie ter zake van hun investeringen te verstrekken inlichtingen of latere beschikkingen vereist is;
- —
dat het bedrag en de intensiteit van de steun worden gerechtvaardigd door de omvang van de herstructurering, met inachtneming van de structurele problemen van het gebied waar geïnvesteerd wordt, en beperkt blijven tot hetgeen daartoe noodzakelijk is;
- —
dat het investeringsprogramma voldoet aan de in punt 2 genoemde criteria en aan de ‘Algemene doelstellingen staal’, met inachtneming van een eventueel door de Commissie dienaangaande uitgebracht met redenen omkleed advies.
Bij de beoordeling van dergelijke steun houdt de Commissie rekening met de mate waarin het betrokken investeringsprogramma bijdraagt tot andere doelstellingen van de Gemeenschap, zoals innovatie, energiebesparing en bescherming van het milieu, met dien verstande dat de regels van punt 2 in acht moeten worden genomen.
- 4.
Steun ter dekking van de normale kosten die voortvloeien uit het gedeeltelijk of volledig sluiten van installaties in de ijzer- en staalindustrie kan verenigbaar worden geacht met de goede werking van de gemeenschappelijke markt.
De kosten die in aanmerking komen voor deze steun zijn de volgende:
- —
uitkeringen aan werknemers die zijn ontslagen of vervroegd gepensioneerd worden, voor zover deze uitkeringen niet vallen onder de steun uit hoofde van artikel 56, lid 1, onder c), of lid 2, onder b), van het Verdrag;
- —
schadeloosstellingen die verschuldigd zijn aan derden wegens de opzegging van overeenkomsten, met name inzake de levering van grondstoffen;
uitgaven die het voor een ander industrieel gebruik geschikt maken van het terrein, de gebouwen en/of de infrastructuur van de gesloten installatie met zich brengt.
Sluitingssteun waarmee geen rekening kon worden gehouden in de uiterlijk binnen twaalf maanden na de toetreding aangemelde programma's kan, bij wijze van uitzondering in afwijking van het bepaalde in punt 5 van het Protocol nr. 10 en punt 2, vijfde streepje, van deze bijlage, na deze datum bij de Commissie worden aangemeld en na het verstrijken van een termijn van 15 maanden volgend op de toetreding worden goedgekeurd.
- 5.
Steun ter vergemakkelijking van de werking van bepaalde ondernemingen of installaties kan verenigbaar worden geacht met de goede werking van de gemeenschappelijke markt op voorwaarde:
- —
dat deze steun onlosmakelijk deel uitmaakt van een herstructureringsprogramma als omschreven in punt 2, eerste streepje;
- —
dat deze steun geleidelijk althans eenmaal per jaar wordt verminderd;
- —
dat de intensiteit en het bedrag van de steun beperkt blijven tot hetgeen volstrekt noodzakelijk is voor de voortzetting van de werkzaamheden tijdens de herstructureringsperiode en gerechtvaardigd worden door de betekenis van de ondernomen herstructurering, rekening houdend met eventueel verleende investeringssteun.
Bij de beoordeling van dergelijke steun houdt de Commissie rekening met de problemen waarmede de betrokken eenheid of eenheden en het betrokken gebied of de betrokken gebieden te kampen hebben, alsmede met de neveneffecten van de steun voor de mededinging op andere markten dan de staalmarkt, met name de vervoermarkt.
- 6.
Steun aan ijzer- en staalondernemingen ter dekking van haar kosten van research- en ontwikkelingsprojecten kan verenigbaar worden geacht met de goede werking van de gemeenschappelijke markt op voorwaarde dat een der doelstellingen van het betrokken research- en/of ontwikkelingsproject wordt gevormd door:
- —
een vermindering van de produktiekosten en met name energiebesparing of een produktiviteitsverbetering;
- —
een verbetering van de kwaliteit van het produkt;
- —
een verbetering van de prestaties van de ijzer- en staalprodukten of een uitbreiding van de gebruiksmogelijkheden van staal;
- —
een verbetering van de arbeidsomstandigheden op het gebied van gezondheid en veiligheid.
Het totale bedrag van alle te dien einde verleende steun mag niet meer bedragen dan 50% van de voor steun in aanmerking komende kosten van het project. De voor steun in aanmerking komende kosten zijn de kosten die rechtstreeks verband houden met het betrokken project, met name met uitsluiting van alle uitgaven voor investeringen in produktiemethoden.
- 7.
De Commissie wint, voordat zij haar standpunt bepaalt, bij de Lid-Staten advies in over de belangrijkste steunvoornemens waarvan zij door de Spaanse Regering in kennis is gesteld. Zij stelt alle Lid-Staten in kennis van het door haar inzake elk steunvoornemen ingenomen standpunt.
Indien de Commissie, na de belanghebbenden te hebben aangemaand hun opmerkingen te maken, vaststelt dat een steunmaatregel niet verenigbaar is met het bepaalde in deze bijlage, stelt zij de Spaanse Regering daarvan bij beschikking in kennis. Artikel 88 van het Verdrag is van toepassing wanneer de Spaanse Regering genoemde beschikking niet naleeft.
- 8.
De Spaanse Regering brengt de Commissie halfjaarlijks verslag uit over de in de voorgaande zes maanden verstrekte steun, over het gebruik dat daarvan is gemaakt en over de in deze periode bereikte resultaten op het gebied van de herstructurering. Deze verslagen moeten gegevens bevatten over alle financiële maatregelen welke door de Spaanse Staat of door de regionale of plaatselijke autoriteiten zijn genomen met betrekking tot ijzer- en staalondernemingen van de overheid. Zij moeten binnen twee maanden na het eind van elk halfjaar worden ingezonden in een door de Commissie aan te geven vorm.
Het eerste desbetreffende verslag zal betrekking hebben op gedurende het eerste halfjaar volgend op de toetreding verstrekte steun.