Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië, en Noord-Ierland (lid-Staten der Europese Gemeenschappen) en het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek, betreffende de toetreding van het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek tot de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
Protocol Nr. 21
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1986
- Bronpublicatie:
12-06-1985, Trb. 1985, 135 (uitgifte: 11-12-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1986
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-02-1986, Trb. 1986, 33 (uitgifte: 01-01-1986, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
betreffende de economische en industriële ontwikkeling van Portugal
De Hoge Verdragsluitende Partijen,
Verlangende bepaalde bijzondere vraagstukken die voor Portugal van belang zijn te regelen,
Tot overeenstemming geraakt omtrent de volgende bepalingen,
Brengen in herinnering dat de fundamentele doelstellingen van de Europese Economische Gemeenschap de voortdurende verbetering van de omstandigheden waaronder de volkeren van de Lid-Staten leven en werken, omvatten, alsmede de harmonische ontwikkeling van hun economie door het verschil in niveau tussen de onderscheiden gebieden en de achterstand van de minder begunstigde gebieden te verminderen;
Nemen kennis van de omstandigheid dat de Portugese Regering een aanvang heeft gemaakt met de uitvoering van een beleid inzake industrialisatie en economische ontwikkeling dat ten doel heeft de levensstandaard in Portugal nader te brengen tot die van de andere Europese naties en het tekort aan werkgelegenheid op te heffen, waarbij de regionale verschillen in ontwikkeling geleidelijk worden opgeheven;
Erkennen dat het in hun gemeenschappelijk belang is dat de doelstellingen van dit beleid worden verwezenlijkt;
Komen overeen te dien einde tot de Instellingen van de Gemeenschap de aanbeveling te richten alle middelen en procedures aan te wenden waarin het EEG-Verdrag voorziet, met name door op doeltreffende wijze gebruik te maken van de communautaire middelen die dienen ter verwezenlijking van bovengenoemde doelstellingen van de Gemeenschap;
Erkennen in het bijzonder dat in geval van toepassing van de artikelen 92 en 93 van het EEG-Verdrag, rekening dient te worden gehouden met de doelstellingen van economische expansie en verhoging van de levensstandaard van de bevolking.