Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/767
Oplichting, art. 326 Sr. Toewijzing vorderingen benadeelde partijen. Rechtstreekse schade. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 18-06-2019, ECLI:NL:HR:2019:961
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 juni 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
17/04971
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:961, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:381, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑04‑2019
Essentie
Oplichting, art. 326 Sr. Toewijzing vorderingen benadeelde partijen. Rechtstreekse schade. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 17/04971
Datum 18 juni 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 6 oktober 2017, nummer 20/003237-16, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. T.N.B.M. Spronken:
1. Inleiding
1.1.
De verdachte is bij arrest van 6 oktober 2017 door het gerechtshof 's-Hertogenbosch wegens “oplichting, meermalen gepleegd”, veroordeeld tot een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.