Einde inhoudsopgave
RvdW 2024/304
Huurrecht. Verbintenissenrecht. Opschorting door verhuurder van nakoming verplichting tot verschaffen huurgenot.
HR 15-03-2024, ECLI:NL:HR:2024:389
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 maart 2024
- Magistraten
Mrs. F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, G.C. Makkink, K. Teuben
- Zaaknummer
23/01648
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van bedrijfsruimte
Huurrecht / Verplichtingen huurder en verhuurder
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:389, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑03‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:1204, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 22‑12‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑06‑2023
- Wetingang
Art. 6:261, 6:262, 7:231 BW
Essentie
Huurrecht. Verbintenissenrecht. Opschorting door verhuurder van nakoming verplichting tot verschaffen huurgenot.
Samenvatting
Dit geval wordt erdoor gekenmerkt dat de huurder is opgehouden de huur te betalen en het gehuurde heeft verlaten, waarna de verhuurder het gehuurde voor de huurder heeft afgesloten. De opvatting dat een verhuurder in zo’n geval de nakoming van zijn verplichting tot het (blijven) verschaffen van het huurgenot (in beginsel) niet kan opschorten, is onjuist. Een huurovereenkomst is een wederkerige overeenkomst als bedoeld in art. 6:261 BW. De regel dat als een van de partijen haar verbintenis niet nakomt, de wederpartij bevoegd is de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.