Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/344
Oplichting, meermalen gepleegd (art. 326 Sr). Verschillende bewijsklachten m.b.t. bewezenverklaarde oplichting. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 03-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:327
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 maart 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
18/03593
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:327, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:25, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑01‑2020
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/03593
Datum 3 maart 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 13 augustus 2018, nummer 22-005273-17, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. B.F. Keulen:
1. De verdachte is bij arrest van 13 augustus 2018 door het Gerechtshof Den Haag wegens 1. en 2. ‘oplichting, meermalen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.