Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/335
Onteigeningsrecht. Aan onteigende aangeboden bijkomende voorzieningen niet vermeld in het dictum; art. 54i lid 1 Ow. Hoge Raad doet zelf de zaak af. HR 21 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2380.
HR 06-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:385
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 maart 2020
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/03229
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:385, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1314, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑12‑2019
Essentie
Onteigeningsrecht. Aan onteigende aangeboden bijkomende voorzieningen niet vermeld in het dictum; art. 54i lid 1 Ow. Hoge Raad doet zelf de zaak af. HR 21 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2380.
Partij(en)
ARREST In de zaak van [eiser] , wonende te [woonplaats] , EISER tot cassatie, hierna: [eiser] , advocaat: J.P. van den Berg, tegen PROVINCIE GRONINGEN, zetelende te Groningen, VERWEERSTER in cassatie, hierna: de Provincie, advocaat: J.A.M.A. Sluysmans.
Conclusie
Conclusie A-G mr. W.L. Valk:
1. Inleiding en samenvatting
1.1
Het cassatieberoep in deze onteigeningszaak betreft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.