RvdW 2020/342:Beleggingsfraude. Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd (art. 326 Sr) en deelname aan een criminele organisatie (art. 140 Sr). 1. Ten laste van verdachte is onder 2 bewezenverklaard dat hij zich in de periode van 1 oktober 2000 t/m 22 juni 2001 schuldig heeft gemaakt aan oplichting. Verjaring feit 2 gelet op verandering van wetgeving t.z.v. art. 326 Sr en art. 72 Sr? HR: art. 81 lid 1 RO.