Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/343
Poging tot afpersing (art. 317 lid 1 Sr). Beroep op n-o OM wegens een fundamentele inbreuk op de beginselen van een behoorlijke procesorde nu (voormalige zaaks)OvJ die in 2013 de aanhouding buiten heterdaad heeft bevolen van verdachte in 2008, toen hij nog advocaat was, verdachte als raadsman in twee zaken heeft bijgestaan. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 03-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:359
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 maart 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
18/01247
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:359, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:23, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑01‑2020
Essentie
Poging tot afpersing (art. 317 lid 1 Sr). Beroep op n-o OM wegens een fundamentele inbreuk op de beginselen van een behoorlijke procesorde nu (voormalige zaaks)OvJ die in 2013 de aanhouding buiten heterdaad heeft bevolen van verdachte in 2008, toen hij nog advocaat was, verdachte als raadsman in twee zaken heeft bijgestaan. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/01247
Datum 3 maart 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 14 maart 2018, nummer 23/002031-15, in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.