Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/333
Art. 81 lid 1 RO. Huurrecht. Huur van terreinen met toebehoren in havengebied. Beding in huurovereenkomst over bepalen van nieuwe huurprijs bij verlenging. Uitleg overeenkomst.
HR 06-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:386
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 maart 2020
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.V. Polak, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
19/00258
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Huurbeleid
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:386, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1368, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑2019
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Huurrecht. Huur van terreinen met toebehoren in havengebied. Beding in huurovereenkomst over bepalen van nieuwe huurprijs bij verlenging. Uitleg overeenkomst.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 19/00258
Datum 6 maart 2020
ARREST
In de zaak van
MAATSCHAP EUROPOORT TERMINAL, gevestigd te Rotterdam,
EISERES tot cassatie,
hierna: MET,
advocaten: J.W.H. van Wijk en M.E.M.G. Peletier,
tegen
HAVENBEDRIJF ROTTERDAM N.V., gevestigd te Rotterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: het Havenbedrijf,
advocaat: J. de Bie Leuveling Tjeenk.
Conclusie
Conclusie A-G mr. T. Hartlief:
1. Feiten
1.1
In cassatie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.