Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/339
Verbeurdverklaring van inbeslaggenomen geldbedragen. HR: 's hofs oordeel dat het bewezenverklaarde m.b.t. deze geldbedragen is begaan, zonder nadere, doch ontbrekende motivering niet begrijpelijk.
HR 03-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:366
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 maart 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
17/04881
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:366, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:2, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑01‑2020
Essentie
Verbeurdverklaring van inbeslaggenomen geldbedragen. HR: 's hofs oordeel dat het bewezenverklaarde m.b.t. deze geldbedragen is begaan, zonder nadere, doch ontbrekende motivering niet begrijpelijk.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 3 oktober 2017, nummer 23/006370-08, in de strafzaak tegen [verdachte], adv.: mrs. B.Th. Nooitgedagt en D. Bektesevic, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.E. Harteveld:
1. De verdachte is bij arrest van 3 oktober 2017 door het gerechtshof Amsterdam in de zaak met parketnummer 15-500606-05 wegens “medeplegen van witwassen” en in de zaak met parketnummer 15-840035-07 wegens “witwassen”, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.