Bevrijdende verweren
Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/172:172 Is het overleggen van een (of meer) productie(s) voldoende om aan de stelplicht voor een bevrijdend verweer te voldoen?
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/172
172 Is het overleggen van een (of meer) productie(s) voldoende om aan de stelplicht voor een bevrijdend verweer te voldoen?
Documentgegevens:
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691638:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Noot H.J. Snijders bij HR 17 oktober 2008, ECLI:NL:HR:2008:BE7628, NJ 2009/474 onder nr. 476 (Baros/Embrica).
O.m. HR 1 oktober 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO9900, NJ 2005/92 (Poort/Stoppels) en HR 14 juli 2017, ECLI:NL:HR:2017:1357, RvdW 2017/869.
HR 20 oktober 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA7686, NJ 2000/700 (Foekens/Naim). Het punt waar het de betrokken partij om gaat blijkt direct en ondubbelzinnig uit de productie.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Producties dienen ter ondersteuning van stellingen. Voor een grondslagverweer betoogt Snijders dat het criterium voor de rechter bij de beoordeling van de vraag of hij een productie als verweer van een bepaalde strekking in de procedure mag en moet verdisconteren, is gelegen in de vraag of het voor de wederpartij en voor hemzelf uit de processtukken kenbaar was dat het om een verweer ging en dat dat verweer een bepaalde strekking had.1 Een en ander is een uitvloeisel van het beginsel van hoor en wederhoor. De toets of de strekking van een productie voldoende is om de inhoud daarvan te kwalificeren als een bevrijdend verweer zal nog strenger zijn dan bij een grondslagverweer, nu bij een bevrijdend verweer het de rechter niet vrij staat zijn beslissing te baseren op rechtsgronden die weliswaar zouden kunnen worden afgeleid uit in het geding gebleken feiten en omstandigheden, maar die door de desbetreffende partij niet aan haar verweer ten grondslag zijn gelegd.2
Voorbeeld
Het zonder toelichting overleggen van rekeningoverzichten is onvoldoende om ten grondslag te worden gelegd aan een door verweerder gedane beroep op een bevrijdend verweer. Het is niet aan de rechter om deze stukken nader te onderzoeken terwijl niet concreet is aangegeven op welke posten en op welke factuur de rekeningoverzichten betrekking hebben.
Eiser zal moeten hebben begrepen dat het om een specifiek bevrijdend verweer ging aangezien onvoldoende betwisten van een bevrijdend verweer ertoe kan leiden dat de rechter de feiten die verweerder stelt bij zijn bevrijdend verweer als vaststaand aanmerkt. Het is aan de rechter om uit de wederzijdse stellingen op te maken wat de aard en de omvang van de rechtsstrijd van het gevoerde verweer is en of een of meer productie(s) voldoende is (zijn) om daarmee aan de stelplicht te voldoen. Slechts onder omstandigheden kan een stelling door een of meer productie(s) over te leggen impliciet zijn aangevoerd.3
Voorbeeld
Het overleggen van op de gestelde vordering betrekking hebbende betalingsbewijzen kan voldoende zijn voor de stelplicht van verweerder indien hij een beroep doet op het feit dat de vordering van eiser is tenietgegaan.