RvdW 2017/869
Procesrecht. Overeenkomst van opdracht. Vordering tot betaling voor werkzaamheden. Aanvulling feitelijke grondslag van de vordering. Art. 24 Rv.
HR 14-07-2017, ECLI:NL:HR:2017:1357
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 juli 2017
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak
- Zaaknummer
16/02963
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1357, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑07‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:479, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑06‑2017
Essentie
Procesrecht. Overeenkomst van opdracht. Vordering tot betaling voor werkzaamheden. Aanvulling feitelijke grondslag van de vordering. Art. 24 Rv.
Partij(en)
[eiser], te [woonplaats], eiser tot cassatie, adv.: mr. J. van Weerden,
tegen
[verweerder], te [woonplaats], verweerder in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent:
Het cassatieberoep bevat de klachten dat het hof in strijd met art. 24 Rv de feitelijke grondslag van de vordering van verweerder in cassatie (hierna: [verweerder]) heeft aangevuld, voorts de grenzen van de rechtsstrijd tussen partijen alsook het negatieve aspect van de devolutieve werking van het hoger beroep ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.