Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/173
173 Nederlandse taal vereist van producties?
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691956:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Zie Landelijk Procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de rechtbanken (versie februari 2022 (art. 2.5 Lpr). Voor producties die zijn gesteld in de Friese taal bevat art. 15 van de Wet gebruik Friese taal (Stb. 2013, 382) een voorziening.
HR 15 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:65, r.o. 3.4.4. en 3.4.5, NJ 2017/382 met nt. H.J. Snijders, AA 2016/11, p. 843 met nt. C.J.M. Klaassen (Kublik/Brandenberg).
Van producties in een andere taal dan het Engels, Duits of Frans moet in beginsel een vertaling worden overgelegd. In het geval processtukken (art. 82 Rv) worden ingediend in een andere taal wordt gedaagde in de gelegenheid gesteld een Nederlandse (beëdigde) vertaling daarvan in het geding te brengen (bijv. Rb. Zeeland-West-Brabant 20 april 2016, ECLI:NL:RBZWB:2016:4428).
De rechter kan bepalen dat die vertaling door een beëdigd vertaler moet zijn opgemaakt en ondertekend.
Indien eiser ermee heeft ingestemd dat de afspraken van partijen in de Duitse taal werden vastgelegd, kan niet de eis worden gesteld dat de producties alsnog in het kader van de betreffende procedure moeten worden vertaald (Rb. Overijssel 1 februari 2017, ECLI:NL:RBOVE:2017:819).
Geen wettelijke regeling schrijft voor dat producties die worden overgelegd (of passages in processtukken) in een geding bij de Nederlandse civiele rechter, gesteld dienen te zijn in de Nederlandse taal.1 Dit geldt in gelijke mate voor verweerder. De vraag in hoeverre de rechter acht dient te slaan op producties die in een vreemde taal zijn gesteld, dient bij gebreke van een wettelijke regeling te worden beantwoord aan de hand van de eisen van een behoorlijke rechtspleging. Niet in de Nederlandse taal gestelde bewijsstukken mogen niet om die reden buiten beschouwing worden gelaten. De rechter dient deze in zijn beoordeling te betrekken dan wel te oordelen of een vertaling noodzakelijk is. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten.2 Bij de beoordeling van het geschil dient acht te worden geslagen op behoorlijk in het geding gebrachte producties die in een vreemde taal zijn gesteld en waarop door een partij een beroep is gedaan, als de rechter en de wederpartij een vertaling niet nodig hebben voor een goede beoordeling van de inhoud van die producties. Het overleggen van een vertaling van een productie is in beginsel niet noodzakelijk als die productie is gesteld in de Engelse, Duitse of Franse taal.3 De rechter kan echter een vertaling verlangen als hij dat nodig of wenselijk acht voor de behandeling van de zaak, mede gelet op de belangen van de wederpartij. Een vertaling is in beginsel wel noodzakelijk als een productie is gesteld in een andere vreemde taal. In gevallen waarin een vertaling van een andere vreemde taal ontbreekt, maar deze naar het – ambtshalve of op verzoek van de wederpartij gegeven – oordeel van de rechter noodzakelijk of wenselijk is, behoort de partij die de productie heeft overgelegd gelegenheid te krijgen een vertaling daarvan in het geding te brengen,4 tenzij de eisen van een goede procesorde zich daartegen verzetten. Indien eiser op taalproblemen stuit, ligt het op zijn weg om vertalingen te vragen.5 Eiser zal kenbaar moeten maken dat hij de inhoud van de overgelegde stukken niet begrijpt.