NJ 2017/382
Nederlandse vertaling vereist van in geding overgelegde producties in vreemde taal?; eisen van behoorlijke rechtspleging; gelegenheid voor in geding brengen van vertaling. Passeren bewijsaanbod in hoger beroep.
HR 15-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:65, m.nt. H.J. Snijders (Autohandel)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 januari 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, G. de Groot, M.V. Polak; T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/05661
- Conclusie
A-G mr. L.A.D. Keus
- Noot
H.J. Snijders
- Roepnaam
Autohandel
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154304:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:65, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑01‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2048, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑10‑2014
- Wetingang
Essentie
Nederlandse vertaling vereist van in geding overgelegde producties in vreemde taal?; eisen van behoorlijke rechtspleging; gelegenheid voor in geding brengen van vertaling. Passeren bewijsaanbod in hoger beroep.
Geen wettelijke regeling schrijft voor dat producties die worden overgelegd in een geding bij de civiele rechter, dienen te zijn gesteld in de Nederlandse taal. De vraag in hoeverre de rechter acht dient te slaan op producties die in een vreemde taal zijn gesteld, moet worden beantwoord aan de hand van de eisen van een behoorlijke rechtspleging. Bij de beoordeling van het geschil dient acht te worden geslagen op behoorlijk in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.