Einde inhoudsopgave
Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
Artikel 148 Betalingen na 2020
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2020
- Bronpublicatie:
24-01-2020, PbEU 2020, L 29 (uitgifte: 31-01-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-01-2020, PbEU 2020, L 29 (uitgifte: 31-01-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
De referentiedata voor na 31 december 2020 door het Verenigd Koninkrijk aan de Unie of door de Unie aan het Verenigd Koninkrijk verrichte betalingen zijn 30 juni en 31 oktober van elk jaar voor de bedragen:
- a)
bedoeld in 49, lid 2, de Artikelen 50 en 53, Artikel 62, lid 2, Artikel 63, lid 1, onder e), en Artikel 63, lid 2, Artikel 99, lid 3, en Artikel 100, lid 2;
- b)
bedoeld in Artikel 84, lid 1;
- c)
bedoeld in Artikel 136, lid 3, onder a), b), c), e) en f), uiterlijk te voldoen op de eerstvolgende referentiedatum na de datum van aanpassing of correctie;
- d)
die voortvloeien uit corrigerende maatregelen die het Verenigd Koninkrijk moet nemen met betrekking tot de eigen middelen die verschuldigd zijn voor de begrotingsjaren tot en met 2020 als gevolg van controles verricht krachtens Verordening (EU, Euratom) nr. 608/2014 of Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 of om enige andere reden, uiterlijk te voldoen op de eerstvolgende referentiedatum na de datum van de corrigerende maatregel;
- e)
bedoeld in Artikel 140, lid 4, te voldoen in twee tranches op de referentiedata voor betalingen, waarbij de eerste tranche de helft bedraagt van de tweede;
- f)
bedoeld in Artikel 140, lid 5, te voldoen op 30 juni na de bevestiging door het Verenigd Koninkrijk dat het voorstel van de Unie aan het in Artikel 165, lid 1, onder f), bedoelde Comité Financiële bepalingen en het Gemengd Comité is aanvaard;
- g)
bedoeld in Artikel 141, uiterlijk te voldoen op de eerstvolgende referentiedatum volgend op de aanpassing van de eigen middelen voor de lidstaten als gevolg van de definitieve opname van de geldboete in begroting van de Unie;
- h)
bedoeld in Artikel 142, lid 1, uiterlijk te voldoen op de eerstvolgende referentiedatum na de datum van de in lid 3 bedoelde mededeling;
- i)
bedoeld in Artikel 142, lid 5, en Artikel 142, lid 6, vierde alinea, te voldoen op 31 oktober van elk jaar;
- j)
bedoeld in Artikel 142, lid 6, eerste alinea, te voldoen op 30 juni van elk jaar;
- k)
bedoeld in de Artikelen 143 en 144, uiterlijk te voldoen op de eerstvolgende referentiedatum na de datum van de in de Artikelen 143, lid 4, en Artikel 144, lid 2, bedoelde mededeling;
- l)
bedoeld in de Artikelen 145 en 146;
- m)
bedoeld in Artikel 147, lid 2, uiterlijk te voldoen op de eerstvolgende referentiedatum na de datum van de daarin bedoelde mededeling;
- n)
bedoeld in lid 3 als mogelijke rente hierover.
De betalingen worden verricht in vier gelijke maandelijkse tranches voor betalingen met als referentiedatum 30 juni en in acht gelijke maandelijkse tranches voor betalingen met als referentiedatum 31 oktober. Alle betalingen worden uiterlijk verricht op de laatste werkdag van elke maand, te beginnen op de referentiedatum of, wanneer de referentiedatum geen werkdag is, op de laatste werkdag voor de referentiedatum.
2.
Zo lang er nog betalingen moeten worden verricht door de Unie aan het Verenigd Koninkrijk of door het Verenigd Koninkrijk aan de Unie, verstrekt de Unie het Verenigd Koninkrijk op 16 april en 16 september van elk jaar een document met daarin de relevante bedragen die moeten worden betaald, uitgedrukt in euro en in Britse ponden, op basis van de op de eerste werkdag van de maand door de Europese Centrale Bank toegepaste wisselkoers. De Unie en het Verenigd Koninkrijk betalen de nettobedragen uiterlijk op de in lid 1 bedoelde data.
3.
Voor elke vertraging bij de betalingen door het Verenigd Koninkrijk aan de Unie of door de Unie aan het Verenigd Koninkrijk is rente verschuldigd overeenkomstig Artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014.