Einde inhoudsopgave
Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
Artikel 99 Administratieve samenwerking in aangelegenheden op het gebied van indirecte belastingen
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2020
- Bronpublicatie:
24-01-2020, PbEU 2020, L 29 (uitgifte: 31-01-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-01-2020, PbEU 2020, L 29 (uitgifte: 31-01-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad (1) is tot 4 jaar na het eind van de overgangsperiode van toepassing op de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de toepassing van de btw-wetgeving in de lidstaten en het Verenigd Koninkrijk, met betrekking tot transacties die voor het eind van de overgangsperiode plaatsvonden en met betrekking tot transacties waarop Artikel 51, lid 1, van dit akkoord van toepassing is.
2.
Verordening (EU) nr. 389/2012 van de Raad (2) is tot 4 jaar na het eind van de overgangsperiode van toepassing op de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de toepassing van de wetgeving inzake accijnzen in de lidstaten en het Verenigd Koninkrijk, met betrekking tot de overbrenging van accijnsgoederen die voor het eind van de overgangsperiode plaatsvond en met betrekking tot de overbrenging van accijnsgoederen waarop Artikel 52 van dit akkoord van toepassing is.
3.
In afwijking van Artikel 8 heeft het Verenigd Koninkrijk toegang tot de in bijlage IV vermelde netwerken, informatiesystemen en databanken, voor zover dat strikt noodzakelijk is om zijn rechten uit te oefenen en te voldoen aan zijn verplichtingen uit hoofde van dit Artikel. Het Verenigd Koninkrijk vergoedt de Unie de werkelijke kosten die de Unie draagt als gevolg van het faciliteren van die toegang. De Unie deelt het Verenigd Koninkrijk het bedrag van deze kosten uiterlijk op 31 maart van elk jaar mee tot het einde van de periode bedoeld in bijlage IV. In het geval dat de meegedeelde werkelijke kosten sterk afwijken van de beste ramingen die voor de ondertekening van dit akkoord door de Unie werden meegedeeld aan het Verenigd Koninkrijk, betaalt het Verenigd Koninkrijk onverwijld aan de Unie het bedrag van de beste ramingen en bepaalt het Gemengd Comité de wijze waarop het verschil tussen de werkelijke kosten en het bedrag van de beste ramingen moet worden afgewikkeld.
Voetnoten
Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad van 7 oktober 2010 betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 268 van 12.10.2010, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 389/2012 van de Raad van 2 mei 2012 betreffende administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 2073/2004 (PB L 121 van 8.5.2012, blz. 1).