Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/107
Toepassingsbereik (landbouw)exceptie art. 12 Opiumwetbesluit.
HR 18-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2337
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 december 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, A.L.J. van Strien, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
17/01396
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2337, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1400, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑10‑2018
- Wetingang
Essentie
Art. 12 Opiumwetbesluit geldt ook ten aanzien van aanwezig hebben van hennep voor zover dit onlosmakelijk verbonden is met het productieproces van vezelhennep.
Samenvatting
De (landbouw)exceptie van art. 12 Opiumwetbesluit geldt ook ten aanzien van het aanwezig hebben van hennep, indien en voor zover die gedraging onlosmakelijk verbonden is met het productieproces van vezelhennep en aan de overige eisen van art. 12 Opiumwetbesluit is voldaan. Het beroep op deze exceptie faalt, nu niet meer is aangevoerd dan dat de hennep enkel was bedoeld voor het maken van thee of CDB(-olie), terwijl de exceptie slechts betrekking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.