Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/41
Procesrecht. Onjuiste naamsaanduiding van geïntimeerde in appelexploot (dochtervennootschap i.p.v. moedervennootschap); appellant niet-ontvankelijk?
HR 11-12-2020, ECLI:NL:HR:2020:2009
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 december 2020
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/03625
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:2009, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑12‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:564, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑06‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑08‑2019
- Wetingang
Essentie
Procesrecht. Onjuiste naamsaanduiding van geïntimeerde in appelexploot (dochtervennootschap i.p.v. moedervennootschap); appellant niet-ontvankelijk?
Samenvatting
De omstandigheden van de zaak laten geen andere conclusie toe dan dat sprake is geweest van een fout in de naamsaanduiding in het appelexploot, in die zin dat aan de statutaire naam van de procespartij in eerste aanleg het woord ‘International’ is toegevoegd, wat erin resulteerde dat niet haar statutaire naam maar de statutaire naam van haar dochtervennootschap is gebruikt. Gelet op de mogelijkheid dat de procespartij in eerste aanleg als gevolg daarvan nog niet van het tegen haar ingestelde hoger beroep op de hoogte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.