Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/45
Art. 81 lid 1 RO. Arbeidsrecht. Art. 7:681 (oud) BW. Opzegging arbeidsovereenkomst kennelijk onredelijk?
HR 11-12-2020, ECLI:NL:HR:2020:1997
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 december 2020
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, T.H. Tanja-van den Broek, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/04494
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1997, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑12‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:972, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑10‑2020
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Arbeidsrecht. Art. 7:681 (oud) BW. Opzegging arbeidsovereenkomst kennelijk onredelijk?
Partij(en)
ARREST In de zaak van [eiser], wonende te [woonplaats], EISER tot cassatie, hierna: [eiser], advocaat: A.H.H. Conradi-Vermeulen, tegen STICHTING REGIONAAL OPLEIDINGSCENTRUM VAN AMSTERDAM, gevestigd te Amsterdam, VERWEERSTER in cassatie, hierna: ROCvA, advocaat: S.F. Sagel.
Conclusie
Conclusie A-G mr. G.R.B. van Peursem:
Dit is een ontslagzaak naar oud arbeidsrecht. [eiser] is in 2001 als docent in dienst getreden bij ROCvA. In 2015 heeft ROCvA de arbeidsovereenkomst opgezegd. [eiser] was toen meer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.