Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/58
Tallon-criterium. Oordeel dat verdachte niet door een opsporingsambtenaar of andere persoon is gebracht tot het begaan van het strafbare feit, waarbij de omstandigheid dat geen sprake was van direct contact tussen verdachte en de CIE-informant is betrokken, is niet onjuist.
HR 08-12-2020, ECLI:NL:HR:2020:1964
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 december 2020
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
19/04881
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Voorfase
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1964, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑12‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:1170, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑10‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑06‑2020
- Wetingang
Art. 359a Sv
Essentie
Tallon-criterium. Het oordeel dat verdachte niet door een opsporingsambtenaar of andere persoon is gebracht tot het begaan van het strafbare feit, waarbij het hof de omstandigheid heeft betrokken dat geen sprake was van direct contact tussen verdachte en die opsporingsambtenaar of andere persoon, is niet onjuist.
Samenvatting
Tallon-criterium. Aanleiding voor niet-ontvankelijkverklaring van het OM op de grond dat ‘the proceedings as a whole were not fair’ kan bestaan in het geval dat de verdachte door een opsporingsambtenaar dan wel door een persoon voor wiens handelen de politie of het OM verantwoordelijk is, is gebracht tot het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.