Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/65
Opzettelijk telen en aanwezig hebben van grote hoeveelheid hennep (art. 3 onder B Opiumwet) en diefstal van elektriciteit d.m.v. verbreking (art. 311 lid 1 sub 5 Sr). Ten onrechte volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen a.b.i. art. 359 lid 3 Sv? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 08-12-2020, ECLI:NL:HR:2020:1971
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 december 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
19/03916
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1971, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑12‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:774, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑09‑2020
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/03916 B
Datum 8 december 2020
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 2 augustus 2019, nummer RK 19/002976, op een klaagschrift als bedoeld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.