Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/535
Art. 5 jo. 97 Wet op de Accijns. Bewijsklacht opzet op het medeplegen van het voorhanden hebben van een container met 5.990.160 onveraccijnsde sigaretten. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 07-04-2020, ECLI:NL:HR:2020:602
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 april 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
19/00880
- Conclusie
plv. A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Accijns en verbruiksbelastingen / Accijns
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:602, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:152, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑02‑2020
Essentie
Art. 5 jo. 97 Wet op de Accijns. Bewijsklacht opzet op het medeplegen van het voorhanden hebben van een container met 5.990.160 onveraccijnsde sigaretten. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/00880
Datum 7 april 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 15 februari 2019, nummer 22/003003-17, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1957,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie plv. A-G mr. D.J.M.W. Paridaens:
1. Het gerechtshof Den Haag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.