Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/31
Beroepsmatige hennepteelt (art. 3 onder B jo. 11 lid 3 Opiumwet) en diefstal van elektriciteit d.m.v. verbreking (art. 311 lid 1 sub 5 Sr). 1. Bewijsklacht hennepteelt en diefstal. Voldoende bewijs voor betrokkenheid van verdachte? 2. Bewijsklacht hennepteelt en diefstal. Kan bewezenverklaarde periode uit bewijsmiddelen worden afgeleid? HR: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 21/02381 P (niet gepubliceerd; geen middelen ingediend, betrokkene n-o).
HR 06-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1766
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 december 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
21/02379
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1766, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑12‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:912, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑10‑2022
Essentie
Beroepsmatige hennepteelt (art. 3 onder B jo. 11 lid 3 Opiumwet) en diefstal van elektriciteit d.m.v. verbreking (art. 311 lid 1 sub 5 Sr). 1. Bewijsklacht hennepteelt en diefstal. Voldoende bewijs voor betrokkenheid van verdachte? 2. Bewijsklacht hennepteelt en diefstal. Kan bewezenverklaarde periode uit bewijsmiddelen worden afgeleid? HR: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 21/02381 P (niet gepubliceerd; geen middelen ingediend, betrokkene n-o).
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/02379
Datum 6 december 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.