Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/30
Zware mishandeling, art. 302 lid 1 Sr. 1. Ontvankelijkheid OM in hoger beroep. Heeft hof ten onrechte geen onderzoek gedaan naar de vraag of het h.b. is ingesteld conform de wettelijke eisen? 2. Redengevende f&o in bewijsoverweging. Heeft hof in zijn bewijsoverweging een beroep gedaan op f&o die niet blijken uit gebezigde bewijsmiddelen? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 06-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1772
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 december 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
21/01955
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1772, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑12‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:921, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑10‑2022
Essentie
Zware mishandeling, art. 302 lid 1 Sr. 1. Ontvankelijkheid OM in hoger beroep. Heeft hof ten onrechte geen onderzoek gedaan naar de vraag of het h.b. is ingesteld conform de wettelijke eisen? 2. Redengevende f&o in bewijsoverweging. Heeft hof in zijn bewijsoverweging een beroep gedaan op f&o die niet blijken uit gebezigde bewijsmiddelen? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/01955
Datum 6 december 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 26 april 2021, nummer 23-000905-20, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.