Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/27
Rijden tijdens ontzegging rijbevoegdheid, art. 9 lid 1 WVW 1994. Hof heeft verdachte n-o verklaard in zijn hoger beroep, omdat het te laat is ingesteld, art. 408 lid 1 onder a Sv. 1. Heeft hof over het hoofd gezien dat door verdachte zelf tijdig h.b. is ingesteld? 2. Had hof vonnis van Pr nietig moeten verklaren, nu uit processtukken niet volgt dat uitspraak in eerste aanleg in het openbaar heeft plaatsgevonden en p-v van zitting ontbreekt? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 06-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1814
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 december 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.E.M. Röttgering, T. Kooijmans
- Zaaknummer
21/00666
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1814, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑12‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:1030, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑11‑2022
Essentie
Rijden tijdens ontzegging rijbevoegdheid, art. 9 lid 1 WVW 1994. Hof heeft verdachte n-o verklaard in zijn hoger beroep, omdat het te laat is ingesteld, art. 408 lid 1 onder a Sv. 1. Heeft hof over het hoofd gezien dat door verdachte zelf tijdig h.b. is ingesteld? 2. Had hof vonnis van Pr nietig moeten verklaren, nu uit processtukken niet volgt dat uitspraak in eerste aanleg in het openbaar heeft plaatsgevonden en p-v van zitting ontbreekt? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/00666 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.