Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/12
Aanwezigheidsrecht. Verzoek tot aanhouding. De belangenafweging van het hof draagt de afwijzing van het verzoek zelfstandig.
HR 06-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1826
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 december 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, C. Caminada
- Zaaknummer
21/00692
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1826, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑12‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:956, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑10‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑02‑2022
- Wetingang
Essentie
Aanwezigheidsrecht. Verzoek tot aanhouding. De belangenafweging van het hof draagt de afwijzing van het verzoek zelfstandig.
Samenvatting
De Hoge Raad herhaalt de relevante overwegingen uit RvdW 2021/27 met betrekking tot de beoordeling van een aanhoudingsverzoek en de daarbij aan te leggen maatstaven.
Aan het verzoek tot aanhouding van het onderzoek ter terechtzitting heeft de raadsman van de verdachte in de kern ten grondslag gelegd dat de verdachte bij de behandeling van zijn zaak aanwezig wil zijn, maar dat het vanwege medische redenen en problemen met het vervoer ‘moeilijk’ is voor de verdachte om naar het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.