Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/302
Art. 81 lid 1 RO. Overeenkomstenrecht. Heeft woningcorporatie, samen met vastgoedontwikkelaar eigenaar van bouwpercelen, zich tegenover deze verplicht tot bouw van appartementen op die percelen? Uitleg (hoofzakelijk mondelinge) overeenkomst. Betekenis voorbereidingshandelingen door corporatie voor bouw.
HR 21-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:313
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 februari 2020
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, M.V. Polak, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
18/03700
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:313, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑02‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1152, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑11‑2019
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Overeenkomstenrecht. Heeft woningcorporatie, samen met vastgoedontwikkelaar eigenaar van bouwpercelen, zich tegenover deze verplicht tot bouw van appartementen op die percelen? Uitleg (hoofzakelijk mondelinge) overeenkomst. Betekenis voorbereidingshandelingen door corporatie voor bouw.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 18/03700
Datum 21 februari 2020
ARREST
In de zaak van
LUDINGA VASTGOED B.V.,gevestigd te Harlingen,
EISERES tot cassatie,
hierna: Ludinga,
advocaten: J.P. Heering en J.L. Luiten,
tegen
STICHTING ACCOLADE, gevestigd te Drachten,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Accolade,
advocaat: M.W. Scheltema.