Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/46
Art. 81 lid 1 RO. Ondernemingsrecht. Art. 2:349a lid 2 BW. Procesrecht. Art. 173 Rv. Verzoek bij de ondernemingskamer tot een onmiddellijke voorziening, inhoudende een bevel tot het afgeven van een ‘witness statement’ door bestuurder/aandeelhouder in een in het buitenland lopende procedure. Is voor een dergelijk bevel een uitdrukkelijke wettelijke grondslag vereist?
HR 11-12-2020, ECLI:NL:HR:2020:2000
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 december 2020
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
20/00617
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:2000, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑12‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:702, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑07‑2020
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Ondernemingsrecht. Art. 2:349a lid 2 BW. Procesrecht. Art. 173 Rv. Verzoek bij de ondernemingskamer tot een onmiddellijke voorziening, inhoudende een bevel tot het afgeven van een ‘witness statement’ door bestuurder/aandeelhouder in een in het buitenland lopende procedure. Is voor een dergelijk bevel een uitdrukkelijke wettelijke grondslag vereist?
Partij(en)
BESCHIKKING In de zaak van 1. DELCO PARTICIPATION B.V., gevestigd te Oisterwijk, 2. H.P.L. METALS B.V., gevestigd te Nijmegen, 3. [verzoeker 3], wonende te [woonplaats], VERZOEKERS tot cassatie, hierna gezamenlijk: Delco c.s., advocaat: ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.