Einde inhoudsopgave
RvdW 2024/325
Witwassen van geldbedrag (€ 8.000) dat bij ‘securitycheck’ op vliegveld in Eindhoven bij verdachte is aangetroffen, art. 420bis lid 1 sub b Sr. Bewijsklacht ‘afkomstig uit enig misdrijf’. Is sprake van concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring (verdachte heeft bankbiljetten van € 500 verkregen door uit pinautomaat verkregen bankbiljetten van € 50 om te wisselen bij autodealer en winkel)? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 12-03-2024, ECLI:NL:HR:2024:367
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 maart 2024
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, T. Kooijmans
- Zaaknummer
22/00440
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:367, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑03‑2024
Essentie
Witwassen van geldbedrag (€ 8.000) dat bij ‘securitycheck’ op vliegveld in Eindhoven bij verdachte is aangetroffen, art. 420bis lid 1 sub b Sr. Bewijsklacht ‘afkomstig uit enig misdrijf’. Is sprake van concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring (verdachte heeft bankbiljetten van € 500 verkregen door uit pinautomaat verkregen bankbiljetten van € 50 om te wisselen bij autodealer en winkel)? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 22/00440
Datum 12 maart 2024
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.