RvdW 2024/910:Vervolgingsuitlevering opgeëiste persoon (Bosnische nationaliteit) naar Bosnië en Herzegovina t.z.v. deelneming aan criminele organisatie en illegale handel in drugs en wapens. 1. Genoegzaamheid van stukken, art. 18 lid 3 Uitleveringswet en art. 12 lid 2 EUV. Volgt uiteenzetting van feiten waarvan opgeëiste persoon wordt verdacht genoegzaam uit overgelegde stukken en blijkt daaruit dat opgeëiste persoon als pleger valt aan te merken? 2. Verweer dat sprake is van politiek gemotiveerd uitleveringsverzoek, art. 11 Uitleveringswet en art. 3 lid 2 EUV. 3. Bevoegdheidsverdeling uitleveringsrechter en minister. Is uitleveringsrechter bevoegd te oordelen over beroep op dreigende schending van art. 3 EVRM vanwege corrupt rechtssysteem in Bosnië en Herzegovina? HR: art. 81 lid 1 RO.