Einde inhoudsopgave
RvdW 2024/885
Vermogensrecht. Effectenleaseovereenkomst. Verjaring individuele rechtsvorderingen tot schadevergoeding na toegewezen verklaringen voor recht in collectieve actie; einde stuitende werking collectieve actie (art. 3:316 lid 1 BW); nieuwe verjaringstermijn van maximaal vijf jaar (art. 3:319 lid 1 BW).
HR 27-09-2024, ECLI:NL:HR:2024:1311
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 september 2024
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, K. Teuben
- Zaaknummer
23/01980
- Conclusie
plv. P-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:1311, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑09‑2024
ECLI:NL:PHR:2024:262, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 08‑03‑2024
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑11‑2023
- Wetingang
Art. 3:316, 3:319, 3:324 BW
Essentie
Samenvatting
Het instellen van de vordering van de Vereniging Consument en Geldzaken (hierna: VCG), in de collectieve actie heeft de verjaring van individuele vorderingen die op de collectieve actie aansluiten, op de voet van art. 3:316 lid 1 BW gestuit totdat de uitspraak in de collectieve actie in kracht van gewijsde is gegaan (vgl. HR 28 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.