RvdW 2024/903:Als coffeeshophouder meer dan gedoogde hoeveelheid van 500 gram softdrugs (39 kilo softdrugs en ruim 19 kilo met shag verwerkte softdrugs) aanwezig hebben (meermalen gepleegd), art. 3C Opiumwet. 1. Kon hof volstaan met opgave bewijsmiddelen als bedoeld in art. 359 lid 3 Sv, nu verdediging in hoger beroep verweer heeft gevoerd over hoeveelheid drugs die verdachte aanwezig had? 2. Strafmotivering (gevangenisstraf van 9 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk). Kon hof in nadeel van verdachte bij strafoplegging betrekken dat verdachte (indien gemeente aan hem in nabije toekomst weer vergunning voor exploiteren van coffeeshop zou verlenen) voornemens is om op dezelfde manier (in strijd met vergunningsvoorwaarden) handel te drijven? 3. Strafmotivering. Toepassing LOVS-oriƫntatiepunten. HR: art. 81 lid 1 RO.