RvdW 2024/905:Mishandeling door omwonende die zich beklaagt over rijgedrag van pakketbezorger meermalen in gezicht te stompen, art. 300 lid 1 Sr. Vrijspraak eerste aanleg. Noodweer, art. 41 lid 1 Sr. Kon hof oordelen dat de door verdachte aangevoerde feitelijke toedracht niet aannemelijk is geworden? HR: Om redenen vermeld in CAG faalt het middel. CAG: O.b.v. gebruikte bewijsmiddelen is ’s hofs oordeel, dat het niet aannemelijk is geworden dat slachtoffer de verdachte met zaklamp op zijn neus heeft geslagen, niet onbegrijpelijk. Getuige heeft verklaard dat verdachte ‘zonder dat ander wat deed’ fors uithaalde naar slachtoffer. Andere getuige heeft verklaard dat alleen 1 van 2 mannen (verdachte en slachtoffer) de ander een klap in zijn gezicht gaf waarna geslagen man op de grond viel. ’s Hofs oordeel wordt niet onbegrijpelijk in het licht van processtukken waarop beroep wordt gedaan, die gang van zaken zouden ondersteunen die aan beroep op noodweer ten grondslag zijn gelegd, omdat feitenrechter beslist wat hij van beschikbaar bewijsmateriaal wel en niet betrouwbaar en bruikbaar vindt. Of verdachte 1 of 2 klappen heeft gegeven, is voor verwerping van beroep op noodweer niet van belang. Volgt verwerping.