Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/575
Art. 81 lid 1 RO. Huur woonruimte. Art. 7:268 BW. Voortzetting van huur door samenwoner na overlijden van huurder. Duurzame gemeenschappelijke huishouding.
HR 26-05-2023, ECLI:NL:HR:2023:792
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 mei 2023
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide, G.C. Makkink
- Zaaknummer
22/00423
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Huur van woonruimte
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:792, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑05‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1238, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑12‑2022
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Huur woonruimte. Art. 7:268 BW. Voortzetting van huur door samenwoner na overlijden van huurder. Duurzame gemeenschappelijke huishouding.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 22/00423
Datum 26 mei 2023
ARREST
In de zaak van
1. [eiser 1],
wonende te [woonplaats],
2. [eiser 2],
wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
hierna gezamenlijk: [eisers],
advocaat: J. van Weerden,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
hierna: [verweerder],
advocaat: N.C. van Steijn.
Conclusie
Conclusie A-G mr. G.R.B. van Peursem:
1. Feiten1.
1.1 [eisers] zijn in 2008 eigenaar geworden van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.