Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/587
Beklag, beslag ex art. 94 Sv op personenauto onder klager t.z.v. verdenking van rijden met auto terwijl deze was voorzien van valse kentekenplaten. 1. Getuigt oordeel Rb van te strenge en onjuiste rechtsopvatting omtrent ‘hoogst onwaarschijnlijk-maatstaf’? 2. Heeft Rb onderzocht of voortduren van beslag in overeenstemming is met eisen van proportionaliteit? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 16-05-2023, ECLI:NL:HR:2023:730
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 mei 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
22/02866 B
- Conclusie
A-G mr. P.M. Frielink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:730, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑05‑2023
Essentie
Beklag, beslag ex art. 94 Sv op personenauto onder klager t.z.v. verdenking van rijden met auto terwijl deze was voorzien van valse kentekenplaten. 1. Getuigt oordeel Rb van te strenge en onjuiste rechtsopvatting omtrent ‘hoogst onwaarschijnlijk-maatstaf’? 2. Heeft Rb onderzocht of voortduren van beslag in overeenstemming is met eisen van proportionaliteit? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 22/02866 B
Datum 16 mei 2023
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Midden-Nederland van 26 juli 2022, nummer RK 22/010918, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.