Einde inhoudsopgave
RvdW 2024/313
Beklag over beslag. Ontvankelijkheid van het beroep. Oordeel over inbeslaggenomen stukken in beklagzaak van resp. verschoningsgerechtigde en niet-verschoningsgerechtigde klagers.
HR 12-03-2024, ECLI:NL:HR:2024:316
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 maart 2024
- Magistraten
Mrs. M.J. Borgers, A.L.J. van Strien, T. Kooijmans
- Zaaknummer
23/01615
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:316, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑03‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:1139, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 19‑12‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑06‑2023
- Wetingang
Essentie
Beklag over beslag. Ontvankelijkheid van het beroep. Het onherroepelijk oordeel over inbeslaggenomen stukken in de beklagprocedure van de verschoningsgerechtigde moet tot uitgangspunt worden genomen in de beklagzaak over die stukken van een niet-verschoningsgerechtigde.
Samenvatting
Voor de beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep is onder meer het volgende van belang. In de beklagzaak van de beslagene of een andere belanghebbende die niet de verschoningsgerechtigde is, moet het oordeel in de beklagprocedure van de verschoningsgerechtigde, als dat onherroepelijk is geworden, tot uitgangspunt worden genomen. Als in die laatste procedure onherroepelijk is beslist dat inbeslagneming van de betreffende stukken of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.