Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/27
Poging doodslag door met mes te steken in buikstreek slachtoffer dat steekwerend vest droeg.
HR 06-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2763
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 december 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
14/05243
- Conclusie
A-G mr. W.H. Vellinga
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2763, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:680, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑05‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑12‑2015
- Wetingang
Art. 45, 287 Sr
Essentie
Het met kracht met een mes steken in de buikstreek van het slachtoffer impliceert voorwaardelijk opzet op de dood van slachtoffer. De enkele omstandigheid dat de toegebrachte verwonding i.c. niet levensbedreigend bleek te zijn omdat het slachtoffer een steekwerend vest droeg, maakt dat niet anders, reeds omdat de verdachte met zodanige kracht heeft gestoken dat het steekwerende vest werd doorboord. Overigens is, gelet op het (toekomstgerichte) karakter van een poging, zo'n bijzondere omstandigheid als het dragen van een steekwerend vest niet onverenigbaar met de voor een poging tot doodslag toereikende vaststelling dat het met kracht steken van een mes ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.