Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/16
Art. 81 lid 1 RO. Effectenrecht. Zorgplicht van bank jegens belegger; specifieke risico’s verbonden aan beleggen in short straddles; risicoprofiel van de belegger; causaal verband; vaststelling van de schade.
HR 16-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2875
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 december 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, G. Snijders, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
15/03025
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2875, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1016, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑10‑2016
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Effectenrecht. Zorgplicht van bank jegens belegger; specifieke risico’s verbonden aan beleggen in short straddles; risicoprofiel van de belegger; causaal verband; vaststelling van de schade.
Partij(en)
F. van Lanschot Bankiers N.V., te ’s-Hertogenbosch, eiseres tot cassatie, adv.: mr. J. de Bie Leuveling Tjeenk,
tegen
- 1.
[verweerder 1],
- 2.
[verweerster 2],
verweerders in cassatie, adv.: aanvankelijk mr. L. van den Eshof, thans mr. J.P. Heering en mr. J.W. de Jong.
Conclusie
Conclusie A-G mr. M.H. Wissink:
1. Feiten1.
1.1
[verweerder 1] heeft in 1993 zijn onderneming in bouwmaterialen verkocht en beschikte daarna over een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.