Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/22
Art. 81 lid 1 RO. Vermogensrecht. Procesrecht. Geschillen omtrent wijze van afrekening tussen zakenpartners in vastgoedinvesteringen. Uitleg overeenkomst. Bewijsaanbod. Tweeconclusieregel.
HR 16-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2887
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 december 2016
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
15/05018
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2887, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1119, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑11‑2016
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Vermogensrecht. Procesrecht. Geschillen omtrent wijze van afrekening tussen zakenpartners in vastgoedinvesteringen. Uitleg overeenkomst. Bewijsaanbod. Tweeconclusieregel.
Partij(en)
[eiser], eiser tot cassatie, adv.: mr. H.J.W. Alt,
tegen
[verweerder], verweerder in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. R.H. de Bock:
1. Feiten
In cassatie kan worden uitgegaan van de volgende feiten, voor zover nog van belang in cassatie, die zijn ontleend aan het arrest van het Hof ’s-Hertogenbosch van 14 juli 2015 (r.o. 3.1).
1.1
[verweerder] is makelaar te Oisterwijk. [eiser] is organisatieadviseur en investeerde daarnaast in onroerend goed.
1.2
[verweerder] en [eiser] ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.