Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/51
Het hof heeft geoordeeld dat sprake is van een onherstelbaar vormverzuim i.v.m. het ‘niet tijdig en naar behoren’ informeren van verdachte over de inzet van een informant. ’s Hofs oordeel dat bewijsuitsluiting het rechtsgevolg moet zijn van het door het hof aangenomen verzuim is niet naar behoren met redenen omkleed.
HR 06-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2778
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 december 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
15/05957
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2778, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1214, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑10‑2016
Essentie
Het hof heeft geoordeeld dat sprake is van een onherstelbaar vormverzuim i.v.m. het ‘niet tijdig en naar behoren’ informeren van verdachte over de inzet van een informant. ’s Hofs oordeel dat bewijsuitsluiting het rechtsgevolg moet zijn van het door het hof aangenomen verzuim is niet naar behoren met redenen omkleed.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 17 november 2015, nummer 21/000973-12, in de strafzaak tegen: [verdachte].
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.E. Harteveld:
1.
De verdachte is, na verwijzing door de Hoge Raad bij arrest van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.