Einde inhoudsopgave
RvdW 2010, 102
Onbegrijpelijke bewijsoverweging.
HR 15-12-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ7278
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 december 2009
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
08/04823
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
BJ7278
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ7278, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑12‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BJ7278, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑09‑2009
Essentie
Onbegrijpelijke bewijsoverweging.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch van 8 oktober 2008, nummer 20/000325-08, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. I.T.H.L. van de Bergh, te Hoensbroek.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
De beroepen zijn ingesteld door de verdachte en de Advocaat-Generaal bij het Hof.
Namens de verdachte heeft mr. I.T.H.L. van de Bergh, advocaat te Hoensbroek, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal bij het Hof heeft bij schriftuur ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.